bonte vliegenvanger


bonte vliegenvanger 1.0

afbeelding

Bron: Juan Emilio
( CC BY-SA 2.0 )

kleine, zwartwitte of bruinwitte zangvogel die zich vooral voedt met insecten, met zijn vleugels en staart wipt en een gevarieerde zang heeft

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een bonte vliegenvanger…

is een vogel; is een dier

  • [Afmeting] is ongeveer 13 cm lang
  • [Geluid] zingt; heeft een korte, harde roep die klinkt als wiet en met onregelmatige tussenpozen herhaald wordt en een zang die meestal bestaat uit twee tonen van verschillende hoogte en die soms wordt vermengd met trillers en vaak een welluidend, oplopend eind heeft; maakt een zingend geluid
  • [Kleur] is, als het een mannetje is, meestal zwartwit of bruinwit gekleurd en, als het een vrouwtje is, meestal grijswit gekleurd, waarbij de buik en borst veelal wit zijn en de bovenveren zwart; heeft, als het een mannetje is, meestal witte vlekjes op het voorhoofd en een brede witte vleugelstreep en, als het een vrouwtje is, een dunne witte vleugelstreep
  • [Woongebied] komt voor in Scandinavië, delen van Oost-Europa en Spanje en overwintert in Afrika
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is een trekvogel
  • [Gedrag] wipt veelvuldig met zijn staart en trekt met zijn vleugels, vooral bij het neerstrijken; nestelt in holten in bomen, muren of gebouwen en in nestkasten; broedt in mei en juni en legt veelal zes tot zeven bleekblauwe eieren; voedt zich vooral met insecten en in het najaar ook met bessen
  • [Gelijkenis] lijkt in uiterlijk en zang op de withalsvliegenvanger
  • [Onderscheid of tegenstelling] heeft minder wit dan de withalsvliegenvanger

Wetenschappelijke naam: Ficedula hypoleuca

Rijk Animalia; Dieren
Stam Chordata; Chordadieren
Klasse Aves; Vogels
Orde Passeriformes; Zangvogels
Familie Muscicapidae; Vliegenvangers
Geslacht Ficedula
Soort Ficedula hypoleuca

Algemene voorbeelden


De oeverzwaluw komt sinds 1965 een dag of vijftien eerder terug vanuit Afrika naar Engeland, de bonte vliegenvanger nestelt een week eerder dan in de jaren tachtig, en het oranjetipje vliegt twee weken eerder dan in de jaren zeventig.

Reformatorisch Dagblad,

Een soort als de bonte vliegenvanger, die pas eind april na vele duizenden kilometers vliegen vanuit Afrika in ons land arriveert, is juist erg dankbaar als zijn kastje pas laat aan de muur gaat, want meestal vindt hij bij aankomst alle plekjes al bezet.

NRC,